Peerreview: lessons learned en hoe verder?

Op vrijdag 11 februari jl. heeft het Regieorgaan Horizontale Kwaliteitsborging Tweedegraadslerarenopleidingen de online peerreviewbijeenkomst Lessons learned en hoe verder georganiseerd voor de landelijke vakoverleggen van de tweedegraadslerarenopleidingen. Binnen clusters hebben de landelijke vakoverleggen hun inzichten en adviezen voor verdere doorontwikkeling kunnen delen met het regieorgaan. Willem Eikelenboom heeft als voorzitter van het regieorgaan de aftrap gedaan.

 

Terugblik peerreview

Binnen het programma 10voordeleraar vonden in eerste instantie alleen peerreviewsessies plaats binnen de lerarenopleidingen die geen landelijke kennistoets hadden. In 2018 is gekeken hoe de lerarenopleidingen samen verder kunnen optrekken in het borgen van de kwaliteit van de lerarenopleidingen. ‘Dit hebben we niet gedaan vanuit een defensieve gedachte, maar vanuit een trots dat wij het als lerarenopleidingen hartstikke goed doen,’ aldus Willem. In de veranderagenda kwam naar voren dat een landelijke kennistoets een mooi instrument is, maar dat het maar één aspect is van het opleiden van leraren. Willem: ‘Een landelijke kennistoets brengt goed in beeld of een individu de breedte van de kennisbasis beheerst, maar er is meer nodig om inzichtelijk te maken dat je geïntegreerd handelen in de praktijk als leraar goed is. Voor de borging van dat onderdeel van de kennisbasis is het goed om ook de weg in te slaan van peerreviews over de instellingen heen. De methodiek is ontzettend geschikt voor professionals om met elkaar het professionele dialoog aan te gaan en collegiale feedback te geven. Het is dus ook een cultuurinterventie. We bemerken dat daar veel energie zit en dat er hele mooie dingen uitkomen. Dit zien wij ook bij andere lerarenopleidingen die al eerder aan de slag waren met peerreview.’

Ervaringen peerreview

Naar aanleiding van de veranderagenda zijn, na een pilotfase, in 2020 alle tweedegraadslerarenopleidingen met een landelijke kennistoets gestart met peerreview. Peerreview vindt nu over de volle breedte van de lerarenopleidingen plaats. De start was ten tijde van corona, maar dankzij het succesvol online organiseren van de bijeenkomsten door de landelijke vakoverleggen en hun extra inzet is het goed verlopen. ‘In het najaar hebben wij een evaluatie uitgezet onder de landelijke vakoverleggen. De eerste ervaringen zijn uitermate positief,’ aldus Willem.

Doorontwikkeling peerreview

De peerreviewsessies bestaan nu voornamelijk uit het reviewen van de verschillende domeinen van de kennisbasis. De lerarenopleiders gaan na hoe de domeinen verankerd zijn in hun eigen onderwijsprogramma’s en hoe ze borgen dat het eindniveau van dat domein ook daadwerkelijk behaald wordt. Op basis van de opbrengsten voeren ze verbeteringen door in hun eigen programma en evalueren de resultaten ervan om daar waar nodig bij te stellen. Op deze manier maken zij de kwaliteitscyclus rond. De resultaten van peerreview leiden uiteindelijk tot horizontale kwaliteitsborging van de opleiding. Willem: ‘Maar wat doen wij met het geïntegreerd handelen in de beroepspraktijk? Het zou misschien aardig zijn om eens te kijken hoe we peerreview kunnen doorontwikkelen naar het eindniveau. Kunnen we ook een peerreview doen op de eindstage? En kunnen wij richting onderzoekend vermogen ook een peerreview doen? Vragen die wij met elkaar nader gaan verkennen.’

Resultaten evaluatie peerreview

Inmiddels hebben alle landelijke vakoverleggen ervaring opgedaan met de peerreviewsystematiek.
Om een zo goed mogelijk beeld te kunnen krijgen over hoe het nu gaat met de peerreviews, het proces, de opbrengsten, knelpunten en uitdagingen is er afgelopen najaar een brede vragenlijst verstuurd aan alle leden van de 25 landelijke vakoverleggen van de tweedegraadslerarenopleidingen. Op basis van de resultaten kunnen gezamenlijk de gewenste vervolgstappen gezet worden en de juiste ondersteuning geboden worden.

Planning en werkwijze

Uit de evaluatie blijkt dat de landelijke vakoverleggen de peerreviews organiseren conform het vooraf opgestelde (meer)jarenplan. Ze maken voor de peerreviewgesprekken gebruik van een door het landelijk vakoverleg zelf ontwikkeld kijkkader op basis van een kaderdocument dat het regieorgaan heeft opgesteld.

Organiseerbaarheid, facilitering en resultaatgerichtheid

De landelijke vakoverleggen vinden dat de peerreviews goed te organiseren zijn op basis van de vooraf opgestelde richtlijnen en kaders en binnen de hiervoor beschikbaar gestelde uren. Ze vinden de richtlijnen van het rapportageproces helder en het extranet voldoet aan hun wensen. Naar voren komt ook dat de peerreviews dusver de beoogde resultaten opleveren en een goede voorbereiding zijn voor de accreditatie. Ze vinden dat de peerreviews genoeg ruimte bieden voor opleidingsspecifieke aspecten en wensen.

Peerreviewsystematiek

De landelijke vakoverleggen zien de peerreviewsystematiek als een goed borgingsinstrument voor de implementatie van de kennisbasis in de curricula van de instellingen, maar ook voor het onderhoud en inventarisatie van de herijkingswensen van de kennisbasis. Ze vinden de peerreviews een goede methode passend binnen de kwaliteitscultuur: het interne overleg met collega’s van de eigen instelling, als ook voor het overleg met de collega’s van de andere instellingen. De systematiek levert zo een mooie bijdrage aan de borging van het deel van het onderwijsprogramma dat valt onder het betreffende landelijk vakoverleg.

Hoe ervaren de landelijke vakoverleggen de peerreviews?

Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat de beoogde werkwijze voldoet aan de wensen van de landelijke vakoverleggen. De peerreviews leveren een bijdrage aan docentprofessionalisering, zijn constructief kritisch en leiden tot kwaliteitsverbetering van de onderwijsprogramma’s. De landelijke vakoverleggen ervaren de inzet van een externe expert als een duidelijke meerwaarde.

Wensen en ideeën doorontwikkeling

De landelijke vakoverleggen hebben verschillende wensen en ideeën voor de doorontwikkeling. Ze zien graag een intensievere samenwerking met andere landelijke vakoverleggen, zoals samenwerking met generiek, samenwerking binnen een cluster of samenwerking met aanpalende vakmasters. Verder zien ze graag een betere plaats van de (resultaten van) peerreview binnen de eigen instelling. Ideeën voor doorontwikkeling zijn het organiseren van peerreview over borging van het integrale eindniveau van de student, zoals het organiseren van peerreviews over de eindwerken, met bijvoorbeeld gezamenlijke kalibratiesessies. Daarnaast zien ze graag een betere ondersteuning bij de praktische uitvoering, zoals organisatie en facilitering verslaglegging.

 

Algemene slotconclusies clusterbijeenkomsten

  • Peerreview heeft momenteel een stevige positie gekregen in de kwaliteitsborging van de tweedegraadslerarenopleidingen; de landelijke vakoverleggen waarderen de werkwijze en systematiek positief.

  • Het aantal jaren dat men ervaring heeft met peerreview zijn duidelijk verschillend. Dat betekent dat de landelijke vakoverleggen die later zijn gestart vooral nog bezig zijn de eigen systematiek verder te verbeteren en aan te scherpen.

  • Voor de kleinere opleidingen in het beroepsgerichte onderwijs (aangeboden door weinig instellingen) betreft de gewenste verbeterslag het zoeken naar een goede manier om ook het werkveld te betrekken bij de besprekingen van de inhoud. Dit komt vooral door de veranderingen in het mbo en vmbo die moeilijk zijn bij te houden.

  • Bij deze opleidingen, maar ook wel bij andere opleidingen en de generieke kennisbasis, speelt ook mee dat men zoekt naar een zekere (inhoudelijke) wendbaarheid in het omgaan met het beschreven eindniveau. Men wil zo kunnen inspelen op de snelle veranderingen van het werkveld en andere actuele ontwikkelingen.

  • Diverse opleidingen zijn vooral op zoek naar het maken van goede afspraken over hoe om te gaan met de interne spelregels, bijvoorbeeld op gebied van feedback.

  • In zijn algemeenheid zijn de meeste landelijke vakoverleggen voorstander om te zoeken naar mogelijkheden om het (integrale) eindniveau van de opleiding voor de student beter te borgen (vakkennisbasis en generieke kennisbasis).

PeerreviewGuest User