'Uit de gesprekken blijkt dat er behoefte is aan een expertisecentrum Over Grenzen'

Vanaf juni 2021 is Arie Vonk vanuit 10voordeleraar als kwartiermaker aangesteld om te verkennen of er voldoende draagvlak is voor de oprichting van een landelijk expertisecentrum Over Grenzen. Hierin zouden kennis en expertise gebundeld worden rondom de overgang van leerlingen vanuit het primair naar het voortgezet onderwijs. Aan de hand van vragenlijsten en interviews is informatie hierover bij diverse betrokkenen opgehaald. Begin februari 2022 is de rapportage door Arie als kwartiermaker opgeleverd aan de Stuurgroep Lerarenopleidingen van de Vereniging Hogescholen. Wij vroegen hem hoe hij zijn rol als kwartiermaker heeft vervuld.

Arie Vonk, projectleider 10voordeleraar

 

Wat is de aanleiding geweest om het draagvlak te onderzoeken voor een landelijk expertisecentrum Over Grenzen?

‘De wens is gekomen vanuit de Tweede Kamer. Zij willen een verdere bundeling van expertise op het gebied van onderzoek naar het onderwijs aan het jongere en oudere kind. Dit is mede gekomen door de hernieuwde politieke aandacht voor het onderwijs aan deze doelgroepen door de motie Heerema c.s.. Ook de bevindingen van het in 2018 verschenen rapport Specialisatiemogelijkheden in lerarenopleidingen van ResearchNed hebben hieraan bijgedragen.’

Wat waren de bevindingen uit het rapport Specialisatiemogelijkheden in lerarenopleidingen?

‘In een van de conclusies van dit rapport stond aangegeven dat de pabo’s al goed werk maken van de specialisaties op het gebied van het jongere kind en het oudere kind, maar dat er ook nog veel te verbeteren valt. Voor het oudere kind is een gerichte, meer gecoördineerde aanpak nodig om verbeteringen tot stand te brengen. Het doel hierbij is om meer zicht te krijgen op kenmerken van deze leeftijdsfase en hier onderwijs en onderzoek meer specifiek op af te stemmen.’

‘Voor het oudere kind is een gerichte, meer gecoördineerde aanpak nodig om verbeteringen tot stand te brengen.’

Vanwaar die specifieke naamgeving ‘Over Grenzen’?

‘Bij het vaststellen van de opdracht is de inhoudelijke focus verschoven van ‘het oudere kind’ naar het in kaart brengen van grensgebieden in relatie tot deze groep. Het onderzoek naar het draagvlak richtte zich dan ook op de overgang vanuit het primair naar het voortgezet onderwijs. Een grens die elke leerling in het onderwijs oversteekt en die op dit moment volop in de politieke en de maatschappelijke belangstelling staat.’

Hoe heb je het onderzoek aangepakt?

‘Om draagvlak voor de oprichting van een dergelijk expertisecentrum in kaart te brengen, heb ik vragenlijsten uitgezet en verdiepende gesprekken gevoerd met diverse betrokkenen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan coördinatoren bovenbouw in het primair onderwijs, coördinatoren onderbouw in het voortgezet onderwijs, bij het onderwerp betrokken lectoren, 10-14 organisaties, ADEF, het netwerk oudere kind, Stichting Leerplanontwikkeling en de Onderwijsinspectie. Deze input heb ik gebundeld in een rapportage, voorzien van conclusies en aanbevelingen. In februari 2022 is dit besproken binnen de Stuurgroep Lerarenopleidingen van de Vereniging Hogescholen.’

Wat is de conclusie en hoe gaat het nu verder?

‘Er zijn diverse partijen rondom de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs bij elkaar gebracht, ook vanuit de pabo’s en vanuit de tweedegraadslerarenopleidingen. Het onderzoek laat zien dat er voldoende draagvlak vanuit de diverse stakeholders is voor de oprichting van een landelijk expertisecentrum Over Grenzen: voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek, voor het bundelen van kennis en inzichten, voor het verbinden van diverse partijen en voor het delen van inspirerende voorbeelden. In een volgende fase zal worden overgegaan tot de daadwerkelijke oprichting van het expertisecentrum. Hier zal vanuit de Vereniging Hogescholen opnieuw een kwartiermaker voor worden aangesteld.’

Wat vond je het leukste aan dit traject?

‘Het afnemen van de interviews. Het is echt heel bijzonder om met mensen die je niet of nauwelijks kent over het onderwerp van het expertisecentrum in gesprek te gaan. Dat leverde verrassende, verdiepende en altijd enthousiaste gesprekken op. En of het nu om een lector gaat, een coördinator bovenbouw in het primair onderwijs of een teamleider van een 10-14 school, allemaal laten ze passie zien voor goed onderwijs, waarbij elk kind wordt gezien.’