Het is een uitdaging dat de kennis ook daadwerkelijk beklijft

Op vrijdag 25 november organiseerde 10voordeleraar onder officiële examencondities een afname van de landelijke kennistoets onder docenten Nederlandse taal van de pabo. Marc van Breukelen deed ook mee en wij vroegen naar zijn ervaring.

‘Ik vond het wel spannend hoor. Het was wel weer ouderwets een toets maken.’

Interview: Dieuwertje Scheringa

Vertel eens wie je bent. 

‘Ik ben docent Nederlandse taal aan de pabo van Windesheim. Ik ben daar ook vakgroepvoorzitter. Eerder heb ik in het primair onderwijs gewerkt. Daarna maakte ik de overstap naar het voortgezet onderwijs en nu geef ik dus les in het hbo.’

Wat doe je als vakgroepvoorzitter?

Als vakgroepvoorzitter denk je na over de plek van Nederlandse taal in het curriculum. Welke inhoud moet er aan bod komen? Gebeurt dat in modulaire of in concentrische vorm? Dit soort zaken bepalen we gezamenlijk als docententeam. Centraal hierbij staat onderzoekend en ontwerpend leren. Nederlandse taal wordt vaak gezien als een apart vak, maar het gaat om een vak dat vaak ondersteunend is aan andere vakken. Zo wordt er vaak ook in het primair onderwijs invulling aangegeven. Een voorbeeld is de samenwerking met geschiedenis voor het thema Jeugdliteratuur en geschiedenisonderwijs. Studenten schrijven hierover dan bijvoorbeeld een artikel en verwerken hierin gerelateerde inhoud uit de kennisbasis.’

Wat motiveert jou?

‘Misschien ben ik dan wel een heel klassieke leerkracht. Ik vertel graag over onderwijs. Het leuke aan het hbo vind ik dat je op metaniveau over het onderwijs kunt spreken.’

Waarom Nederlandse taal?

‘Nou, ik vond Nederlands eigenlijk altijd wel lastig. En ik vond het vervelend dat ik het niet begreep. Dat ik de pabo ben gaan doen, daar moet mijn oud-docent Nederlands vast om lachen. Maar ik vond Nederlands wel leuk. Ik houd van woordspelletjes en taalgrapjes. Lezen moest ik ook leren, maar dat ben ik ook erg leuk gaan vinden. Vervolgens ben ik naast de pabo de tweedegraads lerarenopleiding Nederlands gaan studeren voor meer inhoudelijke verdieping en uitdaging. Daarna heb ik ook de eerstegraads lerarenopleiding afgerond. Mijn droom is om nog Nederlands te gaan studeren aan de universiteit.’  

Op welke manier bereid je je studenten voor op de landelijke kennistoets?

‘Ik wijs ze op de toetsdoelen en belangrijke begrippen. Bij opdrachten die ik geef, verwijs ik ook naar de relevante onderdelen uit de kennisbasis. De theorie moeten ze immers ook kunnen inzetten. Ik wil de kennisbasis volledig dekken, dus ik laat alles aan bod komen.'

Bij de tweedegraads lerarenopleiding Wiskunde organiseren ze ook een landelijke pubquiz ter voorbereiding op de landelijke kennistoets. Iets voor Nederlandse taal? 

‘Ik zou wel voor een ludieke vorm zijn. Er zit een half jaar tussen de laatste onderdelen over de kennisbasis en de landelijke kennistoets. Zo’n quiz zou wel voor een goede overbrugging kunnen zorgen. We hebben zelf ook ideeën ter verbetering. We besteden wel aandacht aan de kennisbasis en we toetsen die ook, maar er is meer herhaling nodig. Ook moeten enkele thema’s wat meer nadruk krijgen.’ 

Je hebt nu zelf mogen ervaren hoe het is om de landelijke kennistoets te maken. Heb je het gehaald? 

‘Ik vond het wel spannend hoor. Het was wel weer ouderwets een toets maken. Iedereen dekte zich ook in: “Ik heb niets voorbereid hoor” en “ Ik heb er niks aan gedaan”. Als je het niet goed maakt, dan is dat ook wel suf natuurlijk. Maar ik heb het wel goed gemaakt hoor. Toch fijn om dat bevestigd te zien.’ 

In hoeverre heb jij je eigenlijk voorbereid? 

‘Ik heb me wel wat voorbereid. Zo heb ik de proeftoets gemaakt. Verder had ik het vertrouwen wel.’ 

Wat vond je van de toets? 

‘Ik vond de toets best gedetailleerd, maar hij bestaat wel uit mooie vragen. Zo waren er ook vragen waarbij kennis gekoppeld moest worden aan een casus. Verder vind ik de toets zeker haalbaar; hij is goed te doen. Wel vond ik het jammer dat er tijdens de bijeenkomst geen tijd was voor vragen over de toets.’ 

Zou je het een goed idee vinden als 10voordeleraar een keer een docentinzage organiseert? 

‘Ja, dat zou wel een unieke kans zijn.’ 

Wat neem je als docent mee uit deze ervaring? 

‘Dat studenten de oefentoets op de website van 10voordeleraar moeten maken. Die oefentoets geeft een goed beeld van hoe de landelijke kennistoets in elkaar zit. Verder ga ik er bij de studenten echt op aandringen dat ze ervoor gaan leren. Ten slotte zou ik ze wijzen op Basiskennis taalonderwijs van Henk Huizenga en Rolf Robbe.’ 

En wat betekent dat voor jouw onderwijspraktijk? 

‘De uitdaging is nu om ervoor te zorgen dat de kennis ook daadwerkelijk bij de studenten beklijft. Een deel van de oplossing ligt in activerend onderwijs. We zouden in die zin minder standaard hoorcolleges moeten aanbieden, maar meer werkcolleges waarbij studenten actief met de stof aan de slag gaan. Ook zouden we meer met de begrippen moeten werken. Soms denken studenten het ook wel zonder die moeilijke begrippen te kunnen, maar dat is niet zo.’ 

Zou je andere docenten aanraden eens de landelijke kennistoets te maken? 

‘Studenten moeten de landelijke kennistoets doen, dus waarom de docenten dan niet? Dan weet je als docent wel waar je het over hebt. Dus maak hem gewoon een keertje! Ook om studenten beter te kunnen voorbereiden.’