Hoofdredacteur Ineke Stigter: ‘We schaven net zo lang tot we een echt goede vraag hebben’

Ineke Stigter is sinds studiejaar 2019-2020 hoofdredacteur van de landelijke kennistoets voor het pabo-vak Nederlands. Wat zijn haar beweegredenen om aan de slag te gaan als hoofdredacteur? En hoe ziet het proces rondom het ontwikkelen van vragen en het samenstellen van toetsen er eigenlijk uit? Wij vragen het haar.

 

Wat doe je allemaal in je dagelijkse leven?

‘Inmiddels is dit mijn derde studiejaar als hoofdredacteur van de landelijke kennistoets. Daarvoor heb ik drie jaar in de redactie gezeten als redacteur en daarvoor was ik lid van de zogenaamde vakcommissie, een rol die nu de expert oppakt. In mijn dagelijkse leven ben ik al meer dan tien jaar opleidingsdocent taal bij de pabo aan de Hogeschool Inholland in Dordrecht. Naast taaldocent ben ik onder andere ook studieloopbaanbegeleider en onderzoeksbegeleider in de afstudeerfase, zowel voltijd als verkorte deeltijd. Tot voor kort had ik ook veel andere taken, maar sinds dit studiejaar ben ik zelf verkorte deeltijdstudent aan een andere pabo. Niet alleen om me in iets nieuws vast te bijten, maar ook om eindelijk zelf te ervaren hoe het is om voor een basisschoolklas te staan en dit mee te nemen in mijn onderwijs en begeleiding op de pabo. Echt heel leerzaam! En daarnaast heb ik trouwens ook nog een privéleven, met gezin en hobby’s.’

‘Naast opleidingsdocent bij de pabo, studeer ik sinds dit studiejaar zelf aan de pabo’

Wat waren je beweegredenen om aan de landelijke kennistoets mee te werken?

‘Ik vind het van belang dat er voor al die pabo-studenten een goede, betrouwbare toets ligt. Ik vind het een uitdaging en bovendien heel leuk om daar medeverantwoordelijk voor te zijn. Daarnaast leid ik graag processen in goede banen en voer ik graag taken uit die precisie vergen. Het is inspirerend om met mensen van verschillende hogescholen en 10voordeleraar samen te werken.’

‘Ik vind het van belang dat er een goede, betrouwbare toets ligt’

‘Mijn interesse voor toetsing gaat best ver terug. Mijn afstudeeronderzoek ging hier al over. Ik heb de master Applied Linguistics afgesloten met de scriptie De diagnosticering door de taal- en leesvaardigheidstoetsen TIST en Diatekst en de woordenschattoets Diawoord. Bovendien heb ik tijdens mijn studie ook meegewerkt aan de ISI-toets. Bij Inholland ben ik ontwikkelaar van diverse toetsen voor de opleiding geweest en was ik lid en voorzitter van de toetscommissie van de pabo’s van Inholland. Ook het traject rondom de basiskwalificatie examinering, het BKE-traject, heb ik gedaan.’

Hoe komen vragen voor de landelijke kennistoets tot stand en wat is jouw rol als hoofdredacteur daarin?

'Het redactieteam bestaat uit drie redacteuren, allemaal opleidingsdocenten van de pabo. De ene redacteur ontwikkelt een vraag, een andere redacteur geeft daar feedback op. Na mogelijke aanpassing komt de vraag bij mij. Vervolgens geef ik feedback. We schaven net zo lang tot we denken een echt goede vraag te hebben. In het proces is een expert betrokken die ook nog feedback geeft. Uiteindelijk accordeer ik de vragen en pas dan kunnen deze vragen in de toets opgenomen worden. Soms bespreken we vragen ook tijdens het redactieoverleg. Dit zijn dan de vragen waar we graag de input van het hele redactieteam op willen.’

‘Een van onze prioriteiten is het herzien van vragen uit de vragenbank’

‘Als hoofdredacteur houd ik het overzicht over de vragenbank en geef ik aan voor welke toetsdoelen er vragen nodig zijn. Een van onze prioriteiten is nu het herzien van ‘oude’ vragen uit de vragenbank. Niet alle vragen uit de vragenbank passen namelijk bij de huidige toetsdoelen of voldoen aan de kwaliteitscriteria die we nu stellen. Om het samenstellen van de toetsen efficiënt te laten verlopen is het van belang om de vragenbank goed op orde te hebben.’

Hoe komt de uiteindelijke toets tot stand?

‘Ik stel de toetsen samen aan de hand van de toetsmatrijs en op basis van de psychometrische gegevens van vragen die al eerder in een toets zijn opgenomen. Ik hanteer hierbij de richtlijn dat de toets als geheel een gemiddelde moeilijkheidsgraad moet hebben. Het is een klus waar je de aandacht goed bij moet houden. Ik werk dan ook in blokken van ongeveer twee uur, zodat ik me niet blind staar op al die coderingen van de vragen… en met een kop thee erbij en een muziekje op de achtergrond! Als de toets is samengesteld kijkt de expert nog mee of de toets in algemene zin evenwichtig is samengesteld. Het kan dan zijn dat er nog vragen aangescherpt, dan wel vervangen moeten worden. Na de toetsafname neem ik deel aan een itemanalysegesprek om te kijken hoe de toets is gemaakt.’

Wat houdt een itemanalysegesprek in?

‘Tijdens een itemanalysegesprek wordt besproken hoe de vragen hebben gescoord. Dit doe ik samen met een psychometricus van 10voordeleraar. Een lid van de vaststellingscommissie vanuit het Landelijk Overleg Examencommissies (LOEx) ziet erop toe dat het proces goed verloopt. Voorafgaand bekijk ik de eerste analyses en de vragen die opvallend hebben gescoord. Dat zijn vragen die studenten zeer makkelijk of moeilijk vonden, dan wel waar bijvoorbeeld ook een tweede antwoordalternatief opvallend veel is gekozen. Ik bekijk of de vraag en de antwoordsleutel correct zijn  en besluit of een vraag al dan niet meetelt in de uiteindelijke score van de toets.’

 ‘Na de toetsafname bekijk ik welke vragen opvallend gescoord hebben’

‘Over het algemeen kunnen de vragen behouden blijven. Soms gaan vragen wel naar revisie. Tijdens een redactieoverleg bespreken we dan hoe wij de vraag wat makkelijker, moeilijker en/of scherper kunnen formuleren. Soms moeten wij een vraag toch verwijderen, omdat deze bijvoorbeeld te moeilijk is. Daar kan ik dan soms echt van balen. ‘Zonde van zo’n mooie vraag’, denk ik dan. En ook al kost dit soms wat moeite, we proberen er de toets uiteindelijk nog beter mee te maken.’

De Landelijke Kennistoets Nederlands van de pabo in vogelvlucht

De lerarenopleidingen zetten landelijke kennistoetsen in om het eindniveau van de student te borgen. Voor veertien tweedegraadslerarenopleidingen en twee pabovakken worden deze toetsen afgenomen. Lerarenopleiders van verschillende hogescholen ontwikkelen gezamenlijk de landelijke kennistoetsen. Samen met externe deskundigen borgen ze de vakinhoudelijke, taaltechnische en toetstechnische kwaliteit. Na de toetsafname worden de resultaten geanalyseerd en de cesuur vastgesteld.

Klik hier voor meer algemene informatie over de landelijke kennistoetsen.

De Landelijke Kennistoets Nederlands van de pabo wordt afgenomen sinds studiejaar 2013-2014. De toets wordt zeven keer per jaar aangeboden en wordt afgenomen op de hogescholen. Een student mag tweemaal per jaar deelnemen. In kalenderjaar 2020 hebben ruim 5.000 studenten deelgenomen. Hiervan is 83% geslaagd, de rest moet dit jaar de toets herkansen.

De toets bevat in totaal tachtig meerkeuzevragen met drie of vier antwoordalternatieven. De student heeft twee uur de tijd. De vragen omvatten de domeinen mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, beginnende geletterdheid, voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen, stellen, jeugdliteratuur, taalbeschouwing en spelling. In de toetsgids is een nadere omschrijving te vinden van hetgeen getoetst wordt. In de bijbehorende kennisbasis is een beschrijving van de domeinen opgenomen.

Klik hier voor meer algemene informatie over de landelijke kennistoets Nederlands.